Geschiedenis vanaf 2005
In 2005 werd begonnen met een nieuwe traditie. Naast de klassieke grotere thema- en studiedagen wilde NL-Term ook kleinschalige activiteiten aan haar leden aanbieden. Zo ontstonden de Stevinlezingen, genoemd naar de Vlaamse-Nederlandse wetenschapper, die behalve boekhouder en wiskundige misschien ook wel de eerste terminoloog van de Lage Landen is geweest. Het principe van de Stevinlezingen is eenvoudig: een aantal mensen uit de terminologiewereld houden in Nederland en Vlaanderen een korte lezing over hun werk. De eerste Stevinlezing vond plaats aan de TU Eindhoven.
In het begin van 2006 was er een belangrijke vergadering tussen de Nederlandse Taalunie en NL-Term. De NTU was bereid een financiële bijdrage te leveren aan de oprichting en uitbouw van een Steunpunt voor terminologie. Dit steunpunt zou in opdracht van NL-Term een aantal organisatorische en inhoudelijke taken met betrekking tot het terminologiegebeuren in Nederland en Vlaanderen op zich nemen.
In 2006 werd het tweede grote tweedaagse congres van NL-Term gehouden met als thema “Terminology and Society. The impact of terminology on everyday life”. In Brussel kwam er een tweede reeks Stevinlezingen onder de titel “Hoe evolueert onze taal?” Aan de VU Amsterdam begonnen enkele collega’s van Willy Martin met de voorbereiding van de publicatie van een Festschrift voor Willy, die aan de VU met pensioen ging.
Op 1 april 2007 nam het Steunpunt zijn werkzaamheden op. De activiteiten werden toevertrouw aan een consortium rond de VU Amsterdam en Cross Language. Er loopt gedurende één jaar een pilootproject, waarbij het Steunpunt zowel inhoudelijke (uitbouw van Nedterm) als organisatorische steun verleent aan NL-Term. In november kwam het tot een eerste succesvolle samenwerking bij de organisatie van de studiedag rond terminologie in de vertaalpraktijk bij het Vertaalbureau voor de Organen van de Europese Unie in Luxemburg.
In 2007 tenslotte begon NL-Term met het uitwerken van een blauwdruk, die voortbouwend op de geschiedenis van de vereniging de toekomst van NL-Term moet bepalen. Deze blauwdruk zou midden 2008 klaar moeten zijn. Eén van de onderdelen van deze blauwdruk is een nieuwe strategie ontwikkelen om het werkveld van terminologen beter in kaart te brengen.