Europese Vereniging voor Terminologie – EVA/EAFT
Instituut voor de Nederlandse Taal – INT, terminologie
IATE – Terminologiedatabank van de EU
Onderwijs: Instituten die terminologieonderwijs verstrekken
Spelling: Taalunie; spelling.nl
Andere terminologieverenigingen en -instituten
*
Enkele nuttige afkortingen en organen
CoTerm (Commissie Terminologie) : CoTerm was een vaste commissie, ingesteld door de Taalunie. De Commissie stond de Taalunie bij bij de voorbereiding en uitvoering van haar terminologiebeleid en vertegenwoordigt het Nederlandse taalgebied in internationale werkverbanden op het gebied van terminologie. CoTerm is in 2012 opgeheven.
ECT: zie Expertisecentrum Nederlandstalige Terminologie
Expertisecentrum Nederlandstalige Terminologie (ENT): Opvolger van het Steunpunt, nu ondergebracht bij het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT, IvdNT)
NEDTERM: door de Taalunie ingerichte website, als centraal punt voor het verzamelen en ontsluiten van alle gegevens over terminologie. Nedterm was de website van het Steunpunt. De site is nu verhuisd naar het Instituut voor de Nederlandse Taal – IvdNT – INT, terminologie
NEOTERM: de neologismenwebsite van NL-TERM; wordt niet langer bijgehouden.
NTU: Nederlandse Taalunie; zie: Taalunie
Steunpunt: Op 1 april 2007 is het Steunpunt Nederlandstalige Terminologie (SNT) van de Nederlandse Taalunie gestart. Het Steunpunt functioneerde onder meer als informatie- en adviespunt voor alle aspecten rond terminologie voor het hele Nederlandse taalgebied. Het ondersteunde bovendien het terminologiebeleid dat de Nederlandse Taalunie voerde via haar
Commissie Terminologie, en de activiteiten van de terminologievereniging NL-Term. Het SNT is nu vervangen door het ENT (zie Expertisecentrum Nederlandstalige Terminologie)
TiNT: Terminologie in het Nederlands Taalgebied.
De TiNT-dagen zijn bedoeld als een ontmoetingsplaats van onderzoek en praktijk: sprekers en publiek bestaan dus niet alleen uit academici, maar ook uit professionals die regelmatig met vaktaal werken (bv. vertalers, docenten, div’ers, kennismanagers en publicisten) en andere geïnteresseerden.